Het kleine kikkertje in ‘Het grote avontuur van kleine Lise’ heeft een brok in zijn keel. Als Lise begint te huilen, begint het kikkertje ook. Dikke tranen druppen op zijn grote kikkervoeten. Lise weet niet waarom ze moet huilen. Adriaan schrikt er eerst een beetje van maar Lise helemaal niet. ‘Dat heb ik gewoon soms’ zegt ze.
Huilen, janken, bleren, snotteren, wenen, grienen, snikken….het maakt niet uit hoe je het noemt, ik kan er wat van! Een brok in mijn keel. Een traan over mijn wang. Biggelend. Stromend. Subtiel. Ugly. You name it!
En toch merk ik soms ook dat ik mijn tranen weg slik.
Want het komt niet uit.
Want ik wil me ‘groot’ houden.
Want ik wil de ander niet tot last zijn.
Want….
En ik weet dat ik niet de enige ben. Sterker nog, op huilen zit nog steeds een taboe. Hoe vaak heb jij je tranen weggestopt? En zei je ‘sorry’ als ze toch tevoorschijn kwamen?
Huilen wordt nog te vaak gezien als teken van zwakte. En dat is het niet! Huilen is gezond. Het lucht op, voert stress af en maakt oxytocine en endorfines aan. Het leven moet stromen, ook over je wangen!
Het kikkertje in het boek is dus mijn ode aan huilen. Voor al die meisjes, jongens, mannen en vrouwen die ik de afgelopen 10 jaar in mijn praktijk heb ontmoet en die hun tranen lieten lopen. Of weg slikten.